Verslag: Boekpresentatie en debat over de diversiteit in de kunst en cultuur
Op 13 maart organiseerde Saluti een boekpresentatie en debat over de diversiteit in de kunst en cultuur. Dit naar aanleiding van haar kersverse boekje “Spiegels en ramen voor een inclusief Utrecht”. In dit boekje zijn diverse kunstmakers geïnterviewd over het thema en zijn hun initiatieven in het zonnetje gezet.
Giep Hagoort -emeritus hoogleraar kunst en economie- en Yuba Zalen -bestuurslid Saluti- leidden de boekpresentatie en het debat. Als eerste kreeg Rein Sohilat, bestuurslid van Saluti aan het woord. Rein vertelde dat Saluti al jaren oog heeft voor dit onderwerp. Zo organiseerde het adviesorgaan in 2015 een expertmeeting over diversiteit in de kunst en cultuur. In 2016 bracht Saluti een adviesnota uit als reactie op de cultuurnota van de gemeente Utrecht. Hierin werd feedback gegeven aan de gemeente over hoe diversiteit in de kunst en cultuur te bevorderen.

Na Rein Sohilait kwam Pilar Besli, de auteur van het boekje aan het woord. Zij lichtte de hoogtepunten uit “Spiegels en ramen” toe. Volgens Pinar beoogt Saluti met “Spiegels en ramen voor een inclusief Utrecht” de diversiteit in de kunst- en cultuursector op de agenda van maatschappelijke organisaties en de gemeente te zetten. In het boekje zijn vijf thema’s m.b.t. diversiteit prominent naar voren gekomen, namelijk cultuureducatie, programmering, personeel, partnerschap en subsidies. Deze thema’s werden door Pinar toegelicht op basis van de citaten uit het boekje.
De toelichting op het boekje werd gevolgd door een reactie van Kees Diepeveen, de cultuurwethouder van de gemeente Utrecht. Hij voelde zich uitgedaagd door de volgende uitspraak in het boekje: “Beoordeel de subsidieaanvragen niet alleen op artistieke kwaliteit, maar ook op maatschappelijke meerwaarde.” Volgens Diepeveen zijn er in Utrecht stappen gemaakt voor een diverser kunst en cultuursector. Utrecht is namelijk een “age cultural friendly city”. Dit is een programma waarin jong en oud samen kunst beoefenen. Verder komen volgens Diepeveen de vier P’s van de code culturele diversiteit[1] (publiek, programmering, personeel en programma) terug bij de culturele zondagen, werkt theater Utrecht samen met “New Dutch connections”[2] en zijn de culturele instellingen bij het ROC in Overvecht op bezoek geweest waarbij de studenten zich presenteerden aan de professionals. “Als er één festival is in Utrecht wat zo divers is, is dat Le guess who?[3]”, voegde de wethouder hieraan toe. De dagvoorzitters vroegen vervolgens aan het publiek wat voor cijfer zij geven aan het diversiteitsbeleid van de gemeente m.b.t. de kunst en cultuur. Het publiek was hier niet net zo enthousiast over als de wethouder; er werden cijfers genoemd variërend van 4 tot 6.
Na de reactie van de wethouder werd Leendert van Veldhuizen geïnterviewd door de moderators. Leendert is locatiecoördinator en wijkcultuurcoach bij ZIMIHC-theater en één van de geïnterviewden in het boekje “Spiegels en ramen voor een inclusief Utrecht”. Leendert van Veldhuizen vindt het belangrijk om mbo-jongeren te binden aan de kunst- en cultuursector om op deze manier te zorgen voor meer diversiteit. “Er gebeuren mooie dingen in de cultuursector. Maar accepteer dat kunst en cultuur momenteel iets is voor mensen met een privilege.”, voegde Leendert hieraan toe.

In het tweede deel van de avond vond er een politiek debat plaats over het thema van de avond. Zeven Utrechtse politici namen hier deel aan in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen. De volgende kandidaat-raadsleden waren van de partij; Mounhim Tahtahi (PvdA), Ellen Bijsterbosch (D66), Melody Deldjou-Fard (GroenLinks), Maarten van Heuven (Partij voor de Dieren), Jelle Bouwhuis (DENK), Radj Ramcharan (CDA) en André van Schie (VVD).
Alle aanwezige partijen werden bevraagd over een thema uit hun verkiezingsprogramma. Zo vertelde Ellen Bijsterbosch (D66) iets over “wijken en diversiteit”. Zij vindt dat cultuur in de wijken begint, en niet op de stadsschouwburg. Talentvolle jongeren in de wijken moeten immers kunnen doorgroeien. Verder moet je het werkveld en kunstscholen aan elkaar verbinden, aldus mevrouw Bijsterbosch. Zij pleit voor meer geld voor cultuur. Alle andere partijen vonden dat ook.
Bij Melody Deldjou-Fard (GroenLinks) stond het thema “code culturele diversiteit” centraal. “Hoe wil GroenLinks ervoor zorgen dat de culturele instellingen verantwoording afleggen over meer diversiteit in hun publiek, programma, personeel en partners?”, vroeg de moderator aan mevrouw Fard. Volgens Melody Deldjou-Fard moeten culturele instellingen zich houden aan de code culturele diversiteit. Dit kun je echter niet van bovenaf opleggen. Aan de andere kant moet de code ook niet vrijblijvend zijn. Het publiek reageerde daar kritisch op. “Als de code culturele diversiteit vrijblijvend wordt, wat kun je dan daartegen doen?”, vroeg een aanwezige zich af.

Jelle Bouwhuis (DENK) pleitte tijdens het debat voor een museum in Lombok met aandacht voor de migratiegeschiedenis van Utrecht. “Wij willen meer diversiteit in de kunst en cultuur. Maar dat is ook heel moeilijk in deze sector”, voegde dhr. Bouwhuis daaraan toe. André van Schie (VVD) gelooft niet in dit idee. Hij vindt dat migratieculturen niet in hoekjes moeten worden geplaatst.
Maarten van Heuven (Partij voor de Dieren) maakte zich tijdens het debat hard voor specifieke doelgroepen. Kunst en cultuur moet namelijk ook toegankelijk zijn voor zieken en mensen met een laag inkomen. Dhr. van Heuven vindt tevens dat in buurthuizen meer culturele activiteiten georganiseerd mogen worden. Want sommige mensen komen helemaal niet in de binnenstad.
Volgens Mounhim Tahtahi (PvdA) moeten de Culturele Zondagen dichter bij de bewoners worden georganiseerd, en waar mogelijk ook samen met hen. Culturele Zondagen is een cultureel event in Utrecht dat zes keer per jaar plaatsvindt. Dit vormt volgens Tahtahi een middel om diversiteit in de wijken te vergroten. Andersom pleit het CDA voor meer subsidiegeld voor de amateurkunsten. Het Utrechtse subsidiegeld kan beter besteed worden aan de verenigingen in de gemeente, in plaats van grote, gevestigde culturele instellingen of festivals. Volgens Radj Ramcharan (CDA) zijn er veel amateurkunstenaars onder mensen met een migratieachtergrond.

Verder wil VVD meer aandacht voor cultuur in Leidse Rijn, De Meern, Haarzuilen en Vleuten. “Waarom?” vroeg de moderator aan André van Schie (VVD). “Omdat daar niets gebeurt.”, antwoordde van Schie hierop. Hij is tevens voorstander van het houden van een pitch i.p.v. een subsidieformulier invullen bij aanvragen. “Sommige mensen zijn beter in pitchen, en juist niet in schrijven.”, aldus André van Schie.
Na het debat werd deze veelzijdige avond afgesloten met een dankwoord van Hanneke Haaksma, vicevoorzitter van Saluti.
1 “De Code culturele diversiteit is een praktisch instrument voor leden van besturen, raden van toezicht, directies en medewerkers van publiek gefinancierde culturele instellingen. De Code biedt concrete handreikingen om culturele diversiteit structureel in de instelling te verankeren. Deze website geeft alle basisinformatie over de pijlers Publiek, Programma, Personeel en Partners.” (http://codeculturelediversiteit.com)
[2] Stichting New Dutch Connections (NDC) gebruikt theater, kunst en training om burgers te inspireren en te motiveren actief te worden in onze multiculturele en multireligieuze samenleving zodat de vreemdeling geen vreemdeling meer is en de vluchteling thuis komt.
[3] Le Guess Who? is een internationaal muziekfestival. Deze vindt in 2018 plaats in Utrecht.